De Hoofdloze Ruiter Songtext

Als het buiten spookt van een geestenfeest, was je veel liever binnen geweest. Een spook is één, maar het allerengst, is de hoofdloze ruiter op zijn hengst. Pas op, pas op, want hij wil je kop. Wanneer hij een rit maakt door het land, zijn hoofd half vlammend in zijn hand. Dan slaken zelfs spoken een diepe zucht, en slaan ze van angst op de vlucht. Kijk uit, pas op, hij rijft in galop. En er is geen spook als een nijdig spook, Hij is alleen, dat zal hij weten ook, zijn wraak is wat hij zichzelf belooft, op een dag draag ik opnieuw een hoofd. Hij heeft genoeg van zijn koop die rolt, er is teveel met hem gesold. Zo rijft hij een nacht per jaar en zoekt naar een hoofd met huid en haar. Het kan hem niks schelen klein of groot, een woeste haardos, kaal of bloot. Zwart of wit of vurig rood, de hoofdloze ruiter wil ee hoofd. Met een hup hup en een klit kattaklop, hij zoekt naarstig naar een nieuwe kop, je redt het niet met een meesterplan, je kan niet praten met een dode man. En denk je ach het valt wel mee, ik zag dit spook maar een jaar gelee, maar ik bleef niet staan, dus het ging heel vlug, maar ik dacht wegwezen naar de brug! Want als je de brug eenmaal over bent, dan is heel het gevaar afgewend. Dus rij je naar je huis vannacht, vlieg naar de brug met al je kracht, als je hem nog hebt, gebruik je kop, houd je hoofd koel, kijk uit, pas op! Met een hup hup en een klit kattaklop, hij zoekt naarstig naar een nieuwe kop, je redt het niet met een meesterplan, je kan niet praten met een dode man.